Uit het onderzoek naar het functioneren van de welzijnsorganisaties die vallen onder Xtra en het samenspel met de gemeente Den Haag door Nederlandse school voor openbaar bestuur (NSOB), blijkt niet dat de zorgen zoals die vorig jaar in media zijn geuit door feiten kunnen worden gestaafd.
Er zijn in het (recente) verleden weliswaar enkele incidenten geweest, maar daar lijkt volgens de onderzoekers onder leiding van mw. prof. dr. Pauline Meurs nu geen sprake meer van te zijn. De onderzoekers constateren dat de welzijnsorganisaties voldoende zijn toegerust voor de taken die zij uitvoeren, en dat zij de afgelopen jaren ook de nodige verbeterslagen hebben ingezet, zo blijkt woensdag uit het rapport Verhoudingen Verhelderen'.
Het college zegt in een reactie positief gestemd te zijn over de constateringen en de verbeteringen, het bestuur van Xtra is 'blij dat dankzij deze conclusies een bladzijde kan worden omgeslagen en de blik weer op de toekomst gericht kan worden'. De organisatie geeft aan dat daarbij de 'heldere aanbevelingen van de NSOB' zullen worden gevolgd.
Aanleiding tot het onderzoek waren kritische berichten in het Algemeen Dagblad in de zomer van 2019 over de welzijnsorganisaties die vallen onder Xtra. De berichten, zo geeft het college aan, hebben destijds tot veel vragen geleid in de stad, bij de medewerkers en cliënten van de welzijnsorganisaties en bij de gemeenteraad.
Wethouder Martijn Balster stelt in een reactie dat het onderzoek de gemeente, Xtra en alle partners in de stad wijst 'op de belangrijke verantwoordelijkheid die we met elkaar hebben'. "Onze jeugd gezond laten opgroeien, mensen in staat stellen een gezond en gelukkig leven te laten leiden en te verbinden: hoe verschillend we ook zijn. De stad moet kunnen rekenen op professioneel en effectief welzijnswerk. Waar dat beter kan, moet het beter.”
Voor het rapport spraken de onderzoekers van de NSOB met 56 personen, (oud)medewerkers van de organisaties, de gemeente en partnerorganisaties, en werd er een emailadres geopend waar mensen hun verhaal kwijt konden.
De onderzoekers hebben zich op vijf zaken gericht: organisatie (dat wil zeggen financiële aspecten, inrichting van processen en procedures, inrichting interne governance, de werkwijzen en omgangsvormen (rol leidinggevenden, betrokkenheid en inspraak van medewerkers, aansturing, omgang met radicalisering), de kwaliteit van dienstverlening (interne processen om effectiviteit van programma’s en projecten te monitoren, hoe wordt gestuurd op het realiseren van doelen, leer-en verbetercyclus), de positionering en samenwerking met andere organisaties in wijken en buurten (samenwerkingsrelaties) en de relatie van Xtra en de gemeente Den Haag (in termen van effectiviteit, transparantie,rolvastheid, zorgvuldigheid).